dinsdag 25 oktober 2016

Luisteropdracht The Syncopated Clock

Verdieping op het muziekstuk
Voor de luister opdracht die ik ga geven heb gekozen voor 'The syncopated clock' van Leroy Anderson. Het muziekstuk is geschreven tijdens de tweede wereldoorlog door Leroy Anderson.
Leroy Anderson staat bekend door het componeren en spelen van lichte muziekstukken. Dit waren de muziekstukken die in zijn tijd erg werden gewaardeerd.

Het stuk 'The syncopated clock' gaat over een klok met een afwijkend ritme. Dit is te horen in het stuk. Het gehele stuk zijn er geluiden van verschillende klokken met verschillende ritme hoorbaar.

Wanneer ik dit lied laat luisteren in mijn stageklas stel ik vragen aan de hand van het KVB-model. Het KVB-model: klank, vorm, betekenis model, geeft goed inzicht van een muziek stuk op verschillende fronten.

De luistervragen
De eerste twee vragen die ik aan mijn stageklas ga stellen hebben te maken met klank.

1. Ik laat jullie zo een muziekstuk horen. Ik wil graag dat jullie goed luisteren naar of er verschillen zijn in klank. Klankeigenschappen zijn bijvoorbeeld hard-zacht, hoog-laag, lang-kort..Etc. Straks zet ik het muziekstuk aan en wil ik dat jullie letten op verschillen in harde en zachte muziek en op verschillen en snelheid. 

(mogelijk antwoord: Je hoort verschillen in lange en korte tonen. Het liedje begint zacht en wordt op gegeven moment steeds harder. Ook worden de klanken hoger en dan weer lager. )

2. Hoor je verschillende instrumenten? Zo ja, wat voor instrumenten hoor je? Zijn er instrumenten die je niet kent of vreemd vindt?

(mogelijk antwoord: Je hoort vooral strijkinstrumenten. Zoals de cello, de viool enzovoorts. Ook hoor je een klok. De klok vind ik een vreemd instrument. De klok wordt waarschijnlijk nagedaan door een slaginstrument. (Dit slaginstrument heet het klokkenspel)) 

De derde en vierde vraag die ik aan mijn stageklas ga stellen hebben te maken met vorm.

3. Dit muziekstuk is op een bepaalde manier opgebouwd. Je hoort bijvoorbeeld herhalingen van verschillende stukjes muziek. Ik laat jullie zo één stukje horen (seconde 4 tot en met 7)en ik wil dat jullie tellen of opschrijven hoe vaak dit stukje wordt herhaald. 

(Mogelijk antwoord: Dit stukje wordt samen met het beginstuk acht keer herhaald.)

4. Hoor je in dit muziekstuk variaties op het beginstukje? Zo ja, turf hoe vaak je deze variatie hoort. Een variatie is een kleine verandering, bijvoorbeeld iets hoger of iets langer... 

(Mogelijk antwoord: Ja, je hoort variatie. Gelijk na het beginstukje van de vorige opdracht krijg je dit stukje nogmaals maar met een kleine variatie aan het einde. Er worden meer tonen toegevoegd. Je hoort dit stukje drie keer.)

De vijfde, zesde en zevende vraag die ik aan mijn stageklas stel hebben te maken met de betekenis.

5. Als je dit muziekstuk een titel zou moeten geven, hoe zou het muziekstuk dan heten? Waarom noem je het muziekstuk zo?

(Mogelijk antwoord: De boze klok. Je hoort het hele liedje lang een klok tikken. Op gegeven moment worden de geluiden harder en klinkt het liedje een stuk bozer.)


6. Wat voor emoties roept dit muziekstuk bij jullie op? Maakt het je blij, boos, verdrietig, zenuwachtig? Waarom roept dit deze emotie bij je op? Waar komt dat door?

(Mogelijk antwoord: Dit liedje maakt me zenuwachtig. Dit komt door het getik van de klok. Het getik van de klok doet me denken aan mijn wekker thuis en die zorgt er altijd voor dat ik op tijd opsta. ) 

7. Doet dit muziek stuk je aan iets denken? Zo ja, waar denk je aan? 

(Mogelijk antwoord: Het liedje doet me denken aan de klok bij mijn oma thuis. Deze klok tikt ook altijd op deze manier en elk uur komt er ook een belletje uit. Dit belletje hoor je ook in het liedje.) 


Waarom stel ik deze vragen?
De vragen die ik stel heb ik bewust gekozen. De vragen moesten te maken hebben met het KVB model. Hiervoor werd als hulp de theorie uit het boek 'Muziek Meester' aanbevolen.
Na het lezen van hoofdstuk 3, het hoofdstuk over luisteren, heb ik inzicht gekregen in waar een goede vraag aan moet voldoen.
De vragen die ik stel zorgen ervoor dat alle kinderen actief mee moeten doen aan de les. Het zijn geen vragen waarin wordt gevraagd wat de kinderen al weten. Alle vragen motiveren tot luisteren en meedoen.
Bijvoorbeeld de vraag over herhalingen is voor alle kinderen haalbaar om te doen. Dit omdat ik het stukje vaak laat horen en het een makkelijk te herkennen stukje is. Het levert de kinderen hierdoor vaak een succeservaring op waarna de verdere opdrachten vaak leuker zijn voor de kinderen omdat zij gemotiveerd zijn.
Ook zijn alle vragen die ik stel open en dit spoort de leerlingen aan tot denken of tot luisteren. Ja en nee zijn geen goede antwoorden omdat alle vragen berust zijn op feiten en meningen die kunnen worden ontdekt door het luisteren.

Het muziekstuk 
https://www.youtube.com/watch?v=CrpdQngwk2g

(vanaf het begin tot 2:00 minuut)


Feedback:
Mijn muziek docent Nanda vindt mijn opdracht een goede opdracht voor de bovenbouw. Het lied past volgens haar goed bij de bovenbouw. Wel wees zij mij op de eerste vraag bij klank. Bij deze vraag was onduidelijk wat ik van de kinderen verwacht. Ik heb deze vraag verduidelijkt door toe te voegen dat ik vooral wil dat de kinderen letten op hard en zacht en de snelheid van het lied. 

Een klasgenoot van mij heeft deze opdracht bekeken. Zij vond het fragment erg goed gekozen. Ook zei ze dat ik het KVB model duidelijk naar voren laat komen in mijn vragen. Zij zegt dat de vragen die ik stel geschikt zijn voor de bovenbouw. 



Liefs,

Lisanne

Geen opmerkingen:

Een reactie posten